Voor elke extra inspanning, elke extra competentie, elke uitzondering een eenmalige of permanente vergoeding voorzien loont niet. Het is een eindig verhaal.
Het is gebeurd. Het zorgpersoneel is teleurgesteld door wat van de aanmoedigingspremie van 985 euro overblijft. De maandenlange inspanningen die het ziekenhuispersoneel in moeilijke omstandigheden leverde, brengen netto soms minder dan de helft op. Een habbekrats. De verwachtingen lagen hoger.
Het is een kroniek van een aangekondigde teleurstelling. Sinds maart zeg ik geen premies te geven aan mensen omdat ze een zinvolle inspanning leveren. Want dat komt als een boemerang terug. De impact van zo’n beloning op de motivatie en de veerkracht is rampzalig.
Ooit vroeg een leidinggevende mij de uitzonderlijke inspanningen van een medewerker te belonen met een extra premie. De organisatie had dankzij die inspanningen veel geld gewonnen, en een deel daarvan mocht toch naar die medewerker terugvloeien? Dat principe van herverdeling was nobel, en zo geschiedde. De medewerker kreeg de boodschap dat dit uitzonderlijk en eenmalig was.
Het gaat vaak over een ondersteunende en waarderende context, eerder dan om de individuele verloning.
Het jaar nadien kwam de vraag opnieuw, ditmaal van de medewerker zelf. De inspanningen waren dat jaar namelijk even hoog, en dus moest er opnieuw boter bij de vis komen. Toen die premie er niet kwam, kondigde de medewerker aan dat de organisatie niet meer op haar moest rekenen voor extra inspanningen.
Motivatie
Wat was er gebeurd? De motivatie van die medewerker was veranderd. Het eerste jaar had die zich ingezet uit eigen wil, omdat ze het zinvol of prettig vond. Ze had haar competentie kunnen tonen in zinvolle projecten. Ze voelde zich gewaardeerd.
Dat veranderde toen de euro’s stroomden. De kwaliteit van de motivatie was gedaald. Er was een nieuwe, externe motivatie in de plaats gekomen. In plaats van werken om iets bij te dragen, werd het werken om te verdienen.
De meeste mensen werken ook om te verdienen, en dat is oké. Maar we weten dat het werken gemakkelijker wordt als het zinvol en aangenaam is. Alleen voor geld werken is bijzonder moeilijk vol te houden. Een hele loopbaan zonder zinvol werk lukt niet zonder negatieve gevolgen.
Als we dan toch beslissen een premie te geven, hoe hoog moet die dan zijn? Inzet is van onschatbare waarde. Zodra er een prijs op geplakt wordt, is die prijs altijd te laag. Dus moet je zeer veel geld bieden, met het gevaar dat er vreemd gedrag gesteld wordt, enkel en alleen om een premie te scoren. Als het bedrag te laag is, worden mensen zeer snel onverschillig en voelen ze zich ondergewaardeerd.
Coronacrisis
Het is beter om te vertrekken van een correcte vaste verloning die de inspanning afdekt. Daarbij komen jobkwaliteit, goed leiderschap, degelijke permanente vorming, voldoende middelen om het werk goed te doen, tijd om te recupereren, participatie. Het gaat vaak over een ondersteunende en waarderende context, eerder dan om de individuele verloning.
Als alle cheques uitgedeeld zijn, is het verhaal uit en zitten we met een lagere kwaliteit van motivatie. Dat herstellen is bijzonder moeilijk.
Van bij het begin van de coronacrisis werd alles vertaald naar geld. Zij die niet mochten werken kregen een vervangingsinkomen. Niet werken bracht soms meer op dan wel werken. Zij die moesten werken kregen dan soms compensaties via premies, bibbergeld, of extra verlof.
We moeten dringend af van de neiging om alles af te kopen. Het is helemaal niet nodig om voor elke extra inspanning, elke extra competentie, elke uitzondering een eenmalige of permanente vergoeding te voorzien. Alles vertalen naar geld loont niet.
Het afkopen van mensen is een eindig verhaal. Door die instrumentele benadering van motivatie zitten we zelfs met een mogelijk probleem van veerkracht. Alles wordt dan een onderhandeling, en het gaat niet meer over waarom, maar over hoeveel. Dat is een discussie die na de komma gevoerd wordt en nooit tot tevredenheid of betere motivatie leidt. Zeer duurzaam is dat niet. Als alle cheques uitgedeeld zijn, is het verhaal uit en zitten we met een lagere kwaliteit van motivatie. Dat herstellen is bijzonder moeilijk.
We weten dat allang. En toch werd de crisis zo aangepakt. We zullen ons dat beklagen.
David Ducheyne