Gepubliceerd bij De Morgen:
https://www.demorgen.be/nieuws/sollicitanten-aangeven-helpt-niemand-vooruit~b381e62c/
David Ducheyne is Chief People Officer Securex en co-auteur van ‘Mijn werk maatwerk’. “Het is hoog tijd om af te stappen van de syndicaal-patronale dialectiek”, schrijft hij.
Sollicitanten die niet willen werken en solliciteren om enkel een attest te krijgen, bestaan. En dat is ergerlijk. Maar de oproep om deze nepsollicitanten aan te geven, is erover. De tegenoproep van het ACV om omgekeerd de werkgevers die niet reageren op sollicitaties aan te geven, is er evenzeer over. Geen van beide voorstellen draagt bij tot een positieve evolutie van de arbeidsmarkt. Het is hoog tijd om af te stappen van de syndicaal-patronale dialectiek en te zoeken naar manieren om de fundamentele uitdagingen aan te pakken.
Als werkgever kun je zelf proberen nepsollicitanten uit je selectieproces te weren. Dat kan op drie manieren.
Ten eerste kan een efficiënte procedure en preselectie niet-gemotiveerde sollicitanten tegenhouden zich kandidaat te stellen. Iemand die niet voldoet aan de minimale criteria voor de functie of de organisatie komt niet verder dan de (online) registratie. Spontane sollicitaties die niet gelinkt zijn aan een functie verdienen daarom bijzondere aandacht. In de communicatie kan een werkgever duidelijk maken hoe iemand moet solliciteren en wat de procedure is. Zo geraken niet-geschikte kandidaten niet verder in het proces.
Ten tweede kan een goed contact met de relevante arbeidsmarkt (scholen, VDAB, netwerken, …) ervoor zorgen dat de vacatures bij de juiste doelgroepen terechtkomen. Deze segmentering vraagt een meer selectieve positionering van een onderneming als werkgever. Een bedrijf heeft er geen baat bij om drommen spontane sollicitanten aan te trekken waarvoor geen job bestaat.
Ten derde, als de onderneming ondanks deze maatregelen toch geconfronteerd wordt met een nepkandidaat, kan je kiezen hoe je reageert. Vaststellen dat iemand misbruik maakt van kostbare tijd kan voor een ondernemer irritant en beledigend zijn. Het is inderdaad niet respectvol. Maar zoveel nepkandidaten zullen er wellicht niet zijn. Je kan dan kiezen tussen een repressieve of een coachende reactie.
Nepsollicitant coachen
Mensen aangeven, is een repressieve werkwijze die averechts zal werken en die het gedrag van de sollicitant niet zal veranderen. Straffen helpt niemand verder. Wellicht is een coachende reactie meer gepast. Zonder belerend te zijn, kan de werkgever de nepsollicitant echte feedback geven over de situatie. Waarom niet uitleggen waarom dit moeilijk ligt? Waarom niet even meedenken met die mens, confronteren, feedback geven, tonen dat je kwaad bent? Misschien – heel misschien – kan dat een waardevolle ontmoeting zijn. Kleine kans? De kans is in elk geval groter dat de coachende benadering iets opbrengt dan de repressieve aanpak.
Er zal geroepen worden dat zoiets nog meer tijdverlies is. Dat het niet de rol van de werkgever is. Dat de nepsollicitanten profiteurs zijn die moeten gestopt worden. Maar waar is de maatschappij dan meer mee gediend? Met een cultuur van aangeven en klikken, of met een cultuur van milde strengheid? Moeten werkgevers de rol spelen van informant voor de overheid, of kunnen ze met een meer didactische benadering een steentje bijdragen tot een arbeidscultuur waar werkweigering niet meer getolereerd zal worden. Zal repressie een falend beleid corrigeren?
Falend arbeidsmarktbeleid
En dat brengt ons naar het bredere plaatje. De nepsollicitant is slechts een van de symptomen van een falend arbeidsmarktbeleid. Het is beter de oorzaken aan te pakken: een betere integratie van onderwijs en arbeidsmarkt, schoolmoeheid bekampen, werken aan activering van kansengroepen, flexibiliseren van werk (en jobs), zoeken naar oplossingen op maat voor mensen die moeilijker inpasbaar zijn, beter begeleiden van mensen doorheen de hele loopbaan, het systeem van werkloosheidssteun finetunen, een arbeidscultuur stimuleren waar werk geen last maar een lust is en mensen responsabiliseren voor de eigen loopbaan, die langer zal duren. We moeten naar een integrale hervorming van het arbeidsmarktbeleid, met duurzame inzetbaarheid en leefkracht als centrale thema’s.
Door mensen enerzijds meer te responsabiliseren en anderzijds ook te begeleiden, kunnen we verder geraken dan door te kiezen voor repressie. En we weten allemaal dat de overheid dit niet alleen kan dragen. Daarom moeten ook werkgevers (door mensen meer te begeleiden) en vakbonden (door meer te responsabiliseren) hun deel doen. Zeggen dat dat niet onze rol is, doet afbreuk aan de maatschappelijke dimensie van ondernemen. Of is het een maatschappelijke nepverantwoordelijkheid om mensen echte kansen te geven?